Verminderen van de emissies in lucht en water
Kwalitatieve doelstellingen
De voedingsindustrie stoot in hoofdzaak CO2 uit via haar stoomketels, die op stookolie of aardgas werken. Daarnaast loost ze ook verschillende stoffen via haar afvalwater. De voedingsindustrie streeft ernaar om haar CO2-emissies en de emissies in het water te blijven verminderen.
Ambities van de sector
- Vermindering van de CO2-emissies per productie-eenheid met:
- 22,8% tussen 2005 en 2020 voor de Waalse bedrijven in de Accord de branche
- 15 % tussen 2014 en 2030 voor de Vlaamse bedrijven
- Vermindering van het organisch materiaal (BOD) geloosd via het afvalwater met 30% tussen 2010 en 2020
Bijdrage en plan van aanpak van FEVIA
Bedrijven sensibiliseren en meewerken aan het ontwikkelen van tools voor bedrijven
Door:
- 160 bedrijven te sensibiliseren en te begeleiden in de Accord de Branche Energie/CO2 en de Energiebeleidsovereenkomst
- Ervoor te zorgen dat minstens 50 bedrijven deelnemen aan initiatieven opgezet voor KMO’s, zoals de "mini-Energiebeleidsovereenkomst"
- Minstens één infosessie per jaar te organiseren over één van deze thema’s
- Minstens één nieuw project per jaar te organiseren met de bedrijven
Bijdrage aan de « Sustainable Development Goals »
Indicatoren
CO2-uitstoot
In 2015 hebben alle bedrijven uit de voedingssector bijna 2,1 miljoen ton CO2 uitgestoten, het equivalent van een stad met ongeveer 320.000 inwoners. Dat is 26% minder dan in 1990. Het jaar 1990 wordt in het algemeen als referentiejaar genomen voor de CO2 emissies met betrekking tot de Europese doelstellingen (20% minder CO2 emissies tussen 1990 en 2020). Het valt op te merken dat de productie-index van de voedingsindustrie in dezelfde periode met 92% gestegen is!
Concreet betekent dit dat de voedingsindustrie in 2015 zo’n 64% minder CO2 uitstootte dan in 1990 om één eenheid te produceren. Er kan niettemin vastgesteld worden dat de totale CO2 -uitstoot in de atmosfeer door de voedingsbedrijven zich de laatste jaren lijkt te stabiliseren, of zelfs lijkt toe te nemen.
Aantal installaties voor hernieuwbare energie
Aantal installaties | |
---|---|
Fotovoltaïsch | 100 |
Wind | 1 |
Biomassa | 25 |
Waterkracht | 2 |
Geothermie | 1 |
Totaal: | 129 |
Bron: Cwape, FEVIA
Uit een analyse van de lijsten met bedrijven die groenestroomcertificaten ontvangen en informatie bekomen via de Accord de Branche Energie/CO2 en de Energiebeleidsovereenkomst, blijkt dat minstens 129 Belgische voedingsbedrijven op hun site beschikken over een productie-installatie voor hernieuwbare energie.
Steeds meer bedrijven uit de sector beschikken over een warmtekrachtkoppeling (gecombineerde productie van warmte en elektriciteit).
Lozing van totaal fosfor
De laatste jaren heeft de voedingsindustrie de lozing van organische stoffen (-35%), stikstof (-25%) en fosfor (-61%) drastisch verminderd. Dit is het resultaat van preventiemaatregelen (minder materiaalverlies via het afvalwater) en het installeren van individuele waterzuiveringsstations.